Analyse Masterplan Zoetermeer 2025

Zoetermeer heeft maandag het rapport Masterplan Zoetermeer 2025 uitgebracht. Hierin wordt een beeld gevormd van de
stad Zoetermeer over een kwart eeuw. (openbaar) Vervoer wordt uiteraard ook behandeld. Hieronder
geef ik een samenvatting van en mijn bescheiden mening over het OV-gedeelte van het rapport.



  • HSL-halte op de kruising met de spoorlijn Gouda – Den Haag en de A12. Hier zullen ook de
    ZoRo en de Oosterheemlijn stoppen.
  • Aanvullend vervoer vanuit wijken (ouderenbus? ’s avonds belbus?).
  • Peoplemover tussen station Zoetermeer en Centrum West.
  • Light-rail op lijn Gouda – Den Haag (hogere frequenties?).
  • Maximale reistijd naar de grote steden: 30 minuten.
  • ZoRo-lijn vanaf Palenstein via de Australiëweg.

Het huidige radiale (spaak-vormig) busnet wordt als lastig gezien. De verkeerssystemen rijden
elkaar te veel in de wielen. Dit begrijp ik niet helemaal. Ik vind de scheiding tussen bus en
Stadslijn in Zoetermeer juist strak. Sprinter: wijken onderling en richting Den Haag. Bus:
spoorloze wijken naar centrum, en regionaal verkeer.

De zinssnede ’te veel aanbod voor te kleine markt’ over de bus, is in mijn ogen een synoniem
voor ‘er moet bezuinigd worden’. Jammer, want het aanbod is vooral in het weekend juist erg
karig. En 100.000 inwoners is bepaald geen kleine markt.

De huidige Sprinter heeft te lage frequentie en te weinig haltes. Met laatste ben ik het
oneens. Zoetermeer is stedebouwkundig perfect gericht op de Stadslijn-haltes. Er zijn
nauwelijks plaatsen waar een halte geplaatst zou kunnen worden, die dan ook een beetje centraal
en goed bereikbaar ligt.

Met de opmerking ’te langzaam op regionaal niveau: omrijfactor’ ben ik het wel eens. Voor
reizigers uit bijvoorbeeld De Leyens is de Stadslijn nauwelijks aantrekkelijk omdat zij een
hele toer door de stad maken. De aangedragen oplossing om van Voorweg een dubbelstation te
maken, kan dit verhelpen.

Er wordt ook gerept over ‘Gebrekkige verknoping landelijk net: station Zoetermeer.’. Ik vind de
huidige overstap niet zo slecht.

Schokkend vind ik de voorgestelde dienstregeling van RandstadRail 1e fase. Er worden dan volgens
het Masterplan drie diensten gereden.

1: alleen linksom, station Voorweg als dubbelstation: de lus van de Sprinter is opengebroken.

2: de lijn naar Oosterheem.

3: spitslijn tot aan Palenstein.

Als dit werkelijk betekent dat de rechtsom compleet vervalt, is het een foeislecht voorstel.
Recentelijk klaagde iedereen nog over het schrappen van de anti-spitsrichting op de Stadslijn
in verband met het materieel- en personeelstekort van NS Reizigers. Nu zou dit dus vast
ingevoerd worden.

Ik heb een soortgelijk voorstel al eerder gehoord te hebben tijdens een ZoRo-bijeenkomst.
Helaas is vlak daarna RandstadRail geheel onbereikbaar geworden voor vragen of klachten: de
website is uit de lucht, en de bijhorende
mailbox retourneert alles wat gestuurd wordt. (Aanvulling: Dit bleek later verkeerd
geïnterpreteerd, zie de RandstadRail-plannen)

Interessant is de ZoRo-lijn vanaf Palenstein via de Australiëweg. Dit bespaart de omweg via
Oosterheem, en levert zeker vier minuten tijdwinst op. De Oosterheemlijn eindigt bij de
HSL-halte, maar geeft zo wel een overstap op de ZoRo-lijn richting Rotterdam.

Beircht toegevoegd op 19 september 2001

Aanvulling 9 december 2001

Naar aanleiding van diverse inspraakavonden, en gestuurde brieven en e-mails heeft Gemeente
Zoetermeer een zogenaamd Nota van Antwoord opgesteld. Hierin staan alle reacties van burgers,
bedrijven en instanties vermeld. De gemeente reageert hier vervolgens op met haar argumentatie.
Hoewel het hele document best interessant is, zal ik me hier beperken tot het OV. Hieronder dus
een integrale opsomming van het OV-gedeelte. Het betreft dus niet mijn mening.

    Opmerking van instantie of burger.


    Antwoord van Gemeente Zoetermeer.


  • Lokaal OV ontbreekt (2x).

    Naast een betere regionale oriëntatie van het openbaar vervoer vormt het verbeteren van het
    lokale openbare vervoer een essentiële opgave. Zoals Zoetermeer zich qua fietsgebruik
    onderscheidt, zou de stad zich in de toekomst ook kunnen onderscheiden door het toepassen van
    innovatieve vervoerssystemen op lokaal niveau. Hiervoor is nader onderzoek nodig. Bij dit
    onderzoek moet ook worden gekeken naar het eventueel vrijgekomen Sprintertracé ten behoeve van
    lokaal openbaar vervoer.

  • De huidige OV-verbinding met Rokkeveen is slecht, wordt dat beter?

    Rokkeveen wordt beter bediend door het introduceren van light rail op de lijn Den – Haag Gouda.
    Hierdoor zijn meer halteplaatsen mogelijk.

  • Knooppunt HSL geen goede optie. Beter aan de Oostweg en dan een intercitystation maken van
    station Driemanspolder en verbinden met ZOROlijn en daar bedrijvigheid uitbreiden.

    2 knooppunten maken: Transferium en Centrum West.

  • De sneldienst 204 uitbreiden want dan kan binnen 1 uur Amsterdam CS – Zoetermeer CW gedaan
    worden.

    Busverbinding kan altijd maar over zo’n lange afstand is een treinverbinding een betere optie.

  • Het HSL knooppunt is juist een heel goede optie omdat Zoetermeer en omgeving ook in
    Noord-Zuid richting op het landelijk sneltreinnet worden aangesloten.

    Is in het plan opgenomen.

  • Ik mis de plannen voor openbaar vervoer vanuit de direct aansluitende regio aan de
    oostkant.

    Naast de huidige lijn Den-Haag-Utrecht stelt het Masterplan een sneltreindienst op het
    HSL-tracé voor, de ZoRolijn langs het Landscheidingstracé en light rail op de Goudse Lijn. Deze
    vervoerssystemen kunnen worden gekoppeld middels het knooppunt HSL/A12 wat een overstappunt kan
    worden voor de regio/Randstad.

  • Uw ontwerpers beoordelen de Sprinter als een afgedaan systeem.

    De sprinter in de huidige vorm heeft om een aantal redenen geen toekomst. In die zin wordt de
    sprinter in het kader van Randstadrail op korte termijn al vervangen door light rail. In het
    Masterplan wordt een ideaal beeld geschetst van het OV. De wijze waarop dit kan worden bereikt
    is nog onderwerp van studie.

  • Een bussysteem door de stad als alternatief voor de sprinter is toch geen toekomstgerichte
    aanpak?

    Naast de meer toekomstgerichte vervoerssystemen (denk aan sneltreindienst HSL, light rail,
    innovatieve lokale vervoerssystemen zoals people mover) zal een bussyteem altijd nodig blijven.

  • Het huidige radiale (spaakvormig) busnet wordt als lastig gezien. De verkeerssystemen
    rijden elkaar te veel in de wielen. Ik vind de scheiding tussen bus en Stadslijn in Zoetermeer
    juist strak. Sprinter: wijken onderling en richting Den Haag. Bus: spoorloze wijken naar
    centrum en regionaal verkeer. De zinsnede “te veel aanbod voor te kleine markt” over de bus. Is
    een synoniem voor “er moet bezuinigd worden”.

    Het radiale gerichte busnet vist in dezelfde vijver als de huidige sprinter. In deze
    concurrentiestrijd verliest de sprinter het op termijn. Het is verstandig de sprinter, en
    opvolger light rail, meer regionaal in te zetten. Het bussysteem is vervolgens gericht op de
    meest belangrijke plekken en overstappunten in de stad. Daarbij blijft het noodzakelijk om het
    lokale OV te verbeteren.

  • In de eigen studie EPIZODE 21 van de KvK is (in tegenstelling tot een eerdere voorkeur voor
    bundeling met het HSL-tracé) een keuze gemaakt voor de aanleg van de ZoRo over het
    landscheidingstracé. Graag wordt de KvK geïnformeerd over de argumentatie die aan de tracékeuze
    van Zoetermeer ten grondslag ligt.

    In het Masterplan van Zoetermeer wordt nog geen principekeuze gemaakt voor bundeling met het
    HSL-tracé of het tracé over de landscheiding. Mede afhankelijk van de verdere uitwerking van de
    aansluiting van de Oosterheemlijn op de bundel A12/ spoorlijn Den Haag Utrecht, en de overleggen
    die hierover met de diverse partijen de komende periode nog zullen voeren.

  • Door Rotterdam wordt geconstateerd dat het tracé ZoRo, zoals opgenomen in het MP2025,
    afwijkt van de huidige tracé alternatieven. Gevreesd wordt voor verlies aan draagvlak voor de
    ZoRo-lijn.

    Met het MP2025 heeft Zoetermeer niet de intentie een nieuw trace-alternatief te ontwikkelen.
    Ook Zoetermeer kiest voor een tracé alternatief dat in de toekomst voldoende draagvlak op zal
    leveren.

  • Inzet op knoop Zoetermeer-Oost waar een verknoping met een ‘sneltreindienst’ op het HSL
    trace plaats kan vinden. Een shuttle-halte op de HSL lijkt voorlopig nog geen optie en wordt
    door de Stadsregio Rotterdam niet nagestreefd.

    Zoetermeer onderschrijft deze inzet en voorziet net als Rotterdam voorlopig geen shuttle-halte
    op de HSL. Samen met Rotterdam willen wij graag de mogelijkheid van een sneltreindienst en de
    mogelijke sneltreinhaltes met de daarbij betrokken instanties gaan bepleiten.

  • Door de kronkel uit de sprinterlijn te halen ontstaat er een te hoge bezetting van het
    resterende tracé

    Dit blijkt niet uit modelberekeningen.

  • De groene bermen van de sprinterlijn hebben een belangrijke ecologische functie, zij moeten
    niet verdwijnen wanneer een deel van de sprinterlus zijn functie verliest

    Ecologische kwaliteit zal een belangrijk gegeven zijn bij een evt. nieuwe invulling, zie
    het Stadsnatuurplan

  • Lokaal openbaar vervoer; is niet uitgewerkt. Insteken op verbetering hiervan.

    Wordt nader uitgewerkt.

  • Knooppunt oostzijde: waarom wilt je dat? Heb je dat nodig voor je ambities?

    Knooppunt is van belang voor verankering van Zoetermeer in de Randstad, aansluiting op het
    nationale net in noord-zuid richting, maar draagt ook bij aan de interne bereikbaarheid van de
    Deltametropool.

  • HSL-gebruik: levert misschien meer problemen op dan je oplost, bijvoorbeeld concurrentie
    Stadshart. Inzetten op ZoRo en doortrekken Oosterheemlijn.

    Halte voor sneltreindiensten op HSL lijn is regionaal van belang; Stadshart heeft vooral
    betekenis op stedelijk niveau. De halte laat de doortrekking van de Oosterheemlijn en ZoRo
    onverlet.


  • Er is steun voor het omvormen van de sprinter naar een lijn die onderdeel is van een
    regionaal systeem. Erkend wordt dat de lus in de sprinterlijn op regionaal niveau niet
    functioneel is. Men vraagt zich wel af of dat dan betekent dat de lus ook weg moet. Wellicht
    kan die een rol spelen voor het lokale openbaar vervoer. De mening is dat daarvoor een verder
    uitgewerkte visie op het lokaal openbaar vervoer nodig is. Daarbij moet ook worden gedacht aan
    innovatieve systemen.
  • Het verlengen van de Oosterheemlijn tot aan de Goudse lijn ( met overstapgelegenheid) wordt
    door iedereen gezien als een logische stap.
  • Het voorgestelde knooppunt aan de oostzijde (met de sneltrein-stop op het HSL-tracé) roept
    veel discussie op (deels door de begripsverwarring rond shuttle- en sneltreinstop).
    Belangrijkste elementen uit die discussie zijn:

    • vrees dat een sneltrein-stop de ZORO-verbinding in de wielen rijdt (het één of het ander)
    • een sneltrein-stop is onhaalbaar of onwenselijk
    • de kansen als overstappunt zijn prima, maar dat roept een programmatische ontwikkeling op
      die daar volgens een aantal partijen ongewenst is.
    • Zeer kansrijk: een multimodaal vervoersknooppunt met uitstekende economische potentie.

In het kader van randstadrail start binnenkort het omvormen van de sprinter naar een light rail
systeem. De treinen gaan frequenter rijden en de stations worden aangepast. De dienstregeling
wordt ingrijpend gewijzigd: er wordt linksom gereden tot aan Centrum West en dan weer terug.
Hoewel het zeer zeker om verbeteringen gaat blijft het railsysteem behept met dezelfde manco’s
als de huidige sprinter: een zeer geringe vervoerwaarde op lokaal niveau (grote halte-afstand,
niet radiaal gericht, bedient slechts een deel van de stad) en de eenzijdige gerichtheid op Den
Haag.

Er wordt een ontwikkeling voorzien waarbij het railsyteem veel duidelijker een regionale
functie krijgt met het verlengen van de Oosterheemlijn en de verbinding naar Rotterdam en met
het (gedeeltelijk) verdwijnen van de lus uit de regionale dienstregeling. Een verdere studie
moet duidelijk maken hoe in de toekomst het lokaal openbaar vervoer geregeld wordt en welke
functie de lus daarin eventueel kan vervullen. Vooralsnog blijft de lus de komende jaren
gehandhaafd.

Zoals gezegd wordt het verlengen van de Oosterheemlijn en met een kruisstation koppelen aan de
Goudse lijn door iedereen als een logische ingreep gezien. Deze verlenging kan worden gezien
als de eerste fase zijn van de verbinding naar Rotterdam (ZORO). Het station op de Goudse lijn
bedient dan in drie windrichtingen de aansluiting op de regio.

Bij de planvorming van Oosterheem en het bedrijventerrein Hoefweg moet rekening worden gehouden
met het verlengen van de Oosterheemlijn.

De tracékeuze van de ZORO moet worden bezien als integraal onderdeel van verstedelijking in
zuidvleugel. De discussie over glastuinbouw speelt een rol omdat het aanleggen van de ZORO
verstedelijking langs de lijn impliceert en dat sluit invulling van het gebied met glastuinbouw
uit.

De vervoerskundige potentie van een OV-knooppunt aan de oostzijde van de stad met een
verknoping van light-rail, sneltrein op de HSL en de lijn Den Haag-Utrecht lijkt evident. Voor
Zoetermeer en voor de regio is zo’n knooppunt een goede ontwikkeling die de bereikbaarheid in
alle windrichtingen enorm kan verbeteren. De discussie zal vooral moeten gaan over de
verstedelijkingpotenties rond dit knooppunt.

Bron: mailing Gemeente Zoetermeer.

Bericht toegevoegd op 10 december 2001

Zie ook: Regionaal structuurplan & Vijfde nota ruimtelijke ordening.

0 antwoorden op “Analyse Masterplan Zoetermeer 2025”

  1. Anita Dekker2009-02-12 om 00:00Beantwoorden

    Goedemiddag heer, ik weet niet of ik op de juiste side ben. Mijn vraag is er in Ztm aanvullend vervoer voor ouderen, zoals b.v. in Amsterdam Connexxion of Stadsmobiel ?
    Die mensen van deur-tot-deur brengt tegen strippenkaart-tarief.
    M.vr.gr. Anita

  2. Johan2009-07-16 om 00:00Beantwoorden

    “De sprinter in de huidige vorm heeft om een aantal redenen geen toekomst”

    Wat die aantal redenen zijn is echter voltrekt onbekend. Ik heb het internet afgezogt, en waarom de sprinter is vervagen door de randstadrail is mij een raadsel.

    Ja een tramlijn is goedkoper, als hij nog aangelegd moet worden, de stadslijn lag er echter aan. De trams rijden langzamer dan de sprinters, er hebben als ik het goed begrijp gedurende een jaar bussen moeten rijden, de hele verbouwing van de station’s heeft veel geld gekost. Ook moest er een een of andere speciale boog voor een werkplaats gebouwt worden. Wat is nou precies het voordeel van de tram tov de sprinter, iig niet de aanlegkosten want de lijn lag er immers al. De reden word nergens genoemd (of ik moet nog beter googlen, maar ik vond het maar niet). Ik woon niet meer in zoetermeer maar de sprinter was een jeugdherrinnering. Ik mis de hele tijd het waarom van de hele verandering. Ook de reden van die boog ontgaat mij waarom zouden de treinen uit die werkplaats niet over het tramspoor kunnen reiden. Geld in het OV is top, maar waarom dan niet in nieuwe lijnen? De hele verandering naar randstadrail leek mij nogal overbodig. Ik snap het niet en nergens worden redenen verteld. Omdat U waarschijnlijk in zoetermeer woonde ten tijde van de veranderingen weet u misschien wel de reden.

    mvg

    Johan

Reactie achterlaten