De rit die wethouder Pieter Smit (D66, verkeer en vervoer) gisteren bracht langs verschillende stations van Randstadrail, maakte duidelijk dat gehandicapten nog steeds vele hindernissen moeten overwinnen om gebruik te kunnen maken van de sneltram.
Dit werd eerder al door de Zorgvragersraad van Zoetermeer geconstateerd. Daarom nodigden ze de wethouder uit om dit zelf te ervaren door met een rolstoel langs de stations te reizen. Smit: “Het is wonderlijk om te zien dat het ene perron op orde is en het andere niet. We moeten ons verplichten om dit op orde te brengen.”
Een van de probleempunten is de hellingbaan bij station Buytenwegh. Smit rijdt de hellingbaan af en komt halverwege een steile trap naar beneden tegen. “Hier moet goed naar worden gekeken, ik kan me voorstellen dat dit mensen een angstig gevoel geeft. Je voelt je niet plezierig als je dat gat induikt.”
Eenmaal weer boven, op het perron, probeert hij met zijn rolstoel het Randstadrailvoertuig in te gaan. De voorwieltjes blijven echter in de gleuf tussen het voertuig en het perron steken. Met veel moeite komt hij de sneltram naar binnen. Maar ook daar is hij niet veilig. Wie zijn rolstoel niet op tijd op de rem zet, wanneer de tram optrekt, schiet alle kanten op. “Ook als het voertuig een noodstop maakt, lig ik zo een stuk verderop.”
Bij halte Voorweg Laag komt Smit alleen met hulp van derden de sneltram in. Het verschil in hoogte tussen het perron en het voertuig is te groot. “En dat terwijl Randstadrail juist is bedoeld om toegankelijk te zijn voor gehandicapten.”
De wethouder is dan ook blij dat hij is uitgenodigd om plaats te nemen in een rolstoel. “Je krijgt een hoop respect voor mensen die zich dagelijks zo moeten voortbewegen. Je zou het eigenlijk verplicht moeten stellen voor beleidsmedewerkers. Ze moeten niet alleen achter de tekentafel zitten, maar ook zelf plaatsnemen in een rolstoel.”