De toegankelijkheid van Randstadrail voor gehandicapten is het afgelopen jaar flink verbeterd, maar kan nóg beter. Dat blijkt uit het onderzoek dat gehandicaptenorganisatie Voorall en de Werkgroep Integraal Toegankelijk Openbaar Vervoer (WITOV) donderdag presenteerden aan Peter Smit, namens het stadsgewest Haaglanden verantwoordelijk voor verkeer en vervoer.
Voor het onderzoek werden metingen verricht bij de 140 stopplaatsen van Randstadrail 3 en 4. “Daarvoor hebben we de spleetmeter gebruikt, een koffertje met daarin een contragewicht. Zo blijft hij op het perron staan,” legt Jaap Trouw uit, adviseur verkeer en vervoer van Voorall.
Bij elk perron werden twee metingen verricht: het hoogteverschil en de breedte tussen het perron en het voertuig. Aan de hand van de metingen kregen de perrons een kleur toebedeeld. Slechts dertien perrons scoorden een onvoldoende en kregen een rood kleurtje. “Maar daar zitten ook drie noodhaltes bij. Er zijn dus eigenlijk tien punten die nog aangepakt moeten worden.”
Zo is de ruimte tussen perron en voertuig bij de halte Leidschenveen met 125 mm veel te breed. “Rijkswaterstaat houdt als maximale afwijking 100 mm hoog en 100 mm breed aan. Maar veel rolstoelen kunnen dit eigenlijk niet overbruggen. Rijkswaterstaat heeft daar echter geen boodschap aan.” Desondanks vallen de meeste perrons in de gele (maximaal 50 mm hoogteverschil en een maximale breedte van 75 mm) en de groene categorie (20 en 50 mm).
De metingen werden zowel in juni vorig jaar als in maart dit jaar verricht. “In de tussentijd is er veel aangepast. Forepark was een ramp, maar de halte is nu erg verbeterd.” Trouw hoopt dat het rapport wederom verbeteringen tot gevolg heeft. “En binnenkort willen we beginnen aan een onderzoek naar de infrastructuur rondom de haltes, waaronder de liften en hellingbanen.”