Veiligheid op tweede plek bij aanleg RandstadRail

Tijd en geld stonden bij de aanleg van RandstadRail hoger op de agenda dan veiligheid. De voorzieningen die zijn genomen om de veiligheid van het lightrailproject te waarborgen, blijken onvoldoende te hebben gewerkt. Dat staat in een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, dat donderdag is gepubliceerd.

Onder leiding van Pieter van Vollenhoven onderzocht de raad de lightrailverbinding tussen Den Haag, Zoetermeer en Rotterdam. RandstadRail werd in 2006, kort na de oplevering, geteisterd door een reeks ongevallen. Bij de vijfde ontsporing raakten 17 reizigers gewond.

Te veel haast

Volgens de raad is er bij de aanleg van RandstadRail te veel haast gemaakt. ‘In de praktijk werd vooral op tijd en geld gestuurd, niet op veiligheid. In het bestuurlijk overleg van het Stadsgewest Haaglanden over RandstadRail stond het onderwerp veiligheid niet structureel en niet periodiek op de agenda’, zo staat in het rapport.

Zeker omdat zo veel mensen gebruik maken van een ov-voorziening als RandstadRail, hoort de veiligheid voorop te staan, vindt de raad. Een zegsman noemde de lagere prioriteit van veiligheid dan ook ‘niet juist’.

Verplicht

Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft in 2002 veiligheidsrichtlijnen vastgesteld voor de aanleg van lightrailtrajecten. De raad van Van Vollenhoven concludeerde dat dit document voor RandstadRail niet voldoende is benut. Een van de redenen is, dat dit ‘normdocument’ wettelijk niet bindend is. De raad beveelt de verkeersminister dan ook aan, om deze regels in de toekomst verplicht te stellen.

In mei vorig jaar schreef de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) al een rapport over de ontsporingen. Ook zij concludeerde dat er iets mis was met de veiligheid. De controle hierop zou ‘in brede zin’ niet in orde zijn geweest.

Download het rapport PDF-bestand (6,93 mb)

Reactie achterlaten