Artikel OV-Magazine over fietsenstallingen

Woensdagochtend. Het is een komen en gaan in de fietsenstalling Zoetermeer-centrum. Niet alleen bezoekers van Stadshart, een groot overdekt winkelcentrum, maken gebruik van de gratis voorziening. Ook reizigers die de bus nemen op het bovengelegen busplatform, zetten hun fiets vaak in deze bewaakte, gratis stalling. Beheerder Premanand Ramkhelawan (“zeg maar vlam in de pan”) wijst uit het raam naar het perron van RandstadRail: “Veel forenzen stallen hier ’s morgens vroeg hun fiets. We hebben niet voor niets meer dan duizend plaatsen. Volle bak, op werkdagen.”

Zoetermeer viel afgelopen najaar in de prijzen. Rover kende de reizigersprijs 2009 aan de gemeente toe vanwege het bieden van gratis, bemenste fietsenstallingen bij OV-haltes. Het juryrapport: ‘In een tijd dat openbaar vervoer steeds meer ontmenselijkt, kiest de gemeente voor een oplossing die maatschappelijk verantwoord en mens- en reizigersvriendelijk is. En de combinatie met RandstadRail is in de ketengedachte een mooie, waar de andere gemeenten aan deze lijn een voorbeeld kunnen nemen. Weliswaar niet vallend binnen het bereik van de reizigersprijs levert deze aanpak ook nog een bijdrage aan de werkgelegenheid.’

“Met deze voorziening proberen we het openbaar vervoer te stimuleren”, beaamt wethouder Pieter Smit (D66) van verkeer en vervoer. Hij geeft toe dat je ook drie uur gratis je auto mag parkeren als je in het Stadshart gaat winkelen. Dus een fietser moet je dan op zijn minst dezelfde mogelijkheid bieden, redeneert hij. “Door fietsenstallingen gratis en sociaal veilig te maken hopen we dat mensen de heilige koe thuislaten.” Smit betoogt dat Zoetermeer een OV-vriendelijke gemeente wil zijn. Ketenvervoer is dus belangrijk. Behalve RandstadRail, met een frequentie in de spits van tweeëneenhalve minuut, de stadsdienst van Veolia en de NS, moeten de gratis fietsenstallingen de reiziger beter bedienen. “Goed voor- en natransport zijn belangrijk. Het is een keuze om daar geld in te stoppen”, zegt de verantwoordelijk wethouder. De precieze bedragen die Zoetermeer uitgeeft aan de exploitatie van gratis stallingen wil hij niet prijsgeven. “Samen met de Stadsregio en de overheid komen we er wel uit. Daarom heeft de gemeenteraad onlangs besloten het project voorlopig te continueren.”

Baby verschonen

Een vrouw tilt haar zoontje uit het kinderzitje, nadat ze haar fiets gestald heeft. Even daarvoor heeft beheerder Ramkhelawan haar een ticket gegeven. Ze vindt het wel handig, zegt ze, de gratis stalling. Nog handiger vindt ze echter dat ze hier een buggy kan huren. Dan hoeft ze die niet op de fiets mee te slepen. “We hebben zelfs een plaats om baby’s te verschonen”, haast de beheerder zich eraan toe te voegen. Later zal hij trots het brandschone toilet met verschoonplaats tonen. Ramkhelawan (49) is de vriendelijkheid zelve. Hij maakt gemakkelijk een praatje en hoewel zijn dienst er op zit, helpt hij zijn collega Jirayer Korin (54) nog even. “Ik werk in alle stallingen van Zoetermeer – dat houdt het afwisselend. Helaas is deze baan voor maximaal drie jaar. Wat mij betreft blijf ik dit doen.” Hij verwelkomt servicemedewerker Herman de Boer, die alle stallingen bevoorraad met toiletpapier, koffie, thee, nietmachines, bonnetjes en post-its.

In het stadscentrum van Zoetermeer geldt op veel plekken een parkeerverbod voor fietsen. Her en der geparkeerde fietsen ontsieren het straatbeeld, belemmeren de doorgang en je kunt erover struikelen, luidt de achterliggende gedachte. Daarom heeft men werk van stallingen gemaakt. Naast een fors aantal betaalde fietsenstallingen heeft Zoetermeer, behalve onder het Stadshart, gratis stallingen gerealiseerd bij OV-knooppunten zoals het RandstadRailstation Centrum-West en bij Station Zoetermeer. Aan beide zijden van de Mandelabrug over de A12 kunnen reizigers hun fiets gratis kwijt in de stalling Rokkeveen en Driemanspolder. ProRail heeft beide stallingen betaald.

De gemeente heeft de exploitatie uitbesteed aan Biesieklette, dat een groot aantal stallingen in Haaglanden beheert. Directeur Herman de Graaff begroet Azzouz Moutia (50), die hoewel hij twintig jaar in Nederland woont, de taal nauwelijks spreekt. Moutia, beheerder van de stalling Rokkeveen, heeft op deze ochtend de grootste drukte achter de rug. Vanmorgen om 5 uur is hij, bij aanvang van de dienstregeling begonnen. De stalling met zo’n 250 plaatsen zal rond de avondspits, weer een stuk leger zijn. Als vannacht de late dienst van zijn collega er op zit, blijft de stalling gewoon toegankelijk, alleen zonder toezicht. Moutia maakt nu ongeveer anderhalf jaar deel uit van het werkgelegenheidsproject. Het is de bedoeling dat hij via deze gesubsidieerde baan voldoende kennis en vaardigheden opdoet, die doorstroming naar een reguliere baan mogelijk maken. Al jaren probeert hij Nederlands te leren, probeert hij uit te leggen. “Maar, te ingewikkelde taal voor een Marokkaan.”

Werkervaring

Het mes snijdt aan twee kanten zegt Herman de Graaff, directeur van Biesieklette, een stichting die sinds 1983 stallingen in buurten, bij OV-punten en scholen in de regio Den Haag, Alphen aan den Rijn en Hoofddorp exploiteert. “Reizigers waarderen beheerde stallingen en voor de beheerders is deze baan een mogelijkheid werkervaring op te doen. Enerzijds stimuleert de gemeente Zoetermeer gebruik van het openbaar vervoer door de stallingen gratis te maken, anderzijds geeft het vorm aan een werkgelegenheidsproject.” Beheerder Moutia loopt zijn hokje uit als een klant zich meldt. De man heeft haast, wil de trein halen. Moutia geeft hem een bonnetje en niet het andere vast aan het stuur. Erna maakt hij een ronde langs de fietsen om te controleren of ze wel op slot zijn gezet. Anders doet hij het. Fietsen die na het einde van de NS-dienstregeling niet zijn opgehaald, krijgen aan ander bonnetje, waaruit blijkt dat eventuele diefstal niet voor rekening van Biesieklette komt. Aan camera’s begint De Graaff niet, want die moet je dan ook 24 uur per dag in de gaten houden.

De glazen schaal die wethouder Smit in oktober uit handen van Rover in ontvangst nam, is ook een beetje de prijs van Biesieklette. Volgens directeur De Graaff is het niet verwonderlijk dat de gratis, bemenste stallingen een groot succes zijn. Veel mensen willen graag met de fiets naar het station of de bushalte. Als je gebruik van het OV wil stimuleren moet je dus goed luisteren naar de wensen van mensen, zegt hij. “Goede en snelle fietspaden en bewaakte stallingen. Liefst gratis. De mogelijkheid een OV-fiets, buggy, boodschappenkarretje, rolstoel of regenkleding te huren plus een toiletvoorziening en reparatiewerkplaats voorzien in een grote behoefte.” Hij wil maar zeggen: gewoon nadenken wat de fietser wil en daar op inspelen.

Goede stallingen zijn in eerste instantie een zaak van gemeenten, stadsregio’s en provincies. Comfortabel, veilig en voordelig zijn de sleutelwoorden in het stimuleringsprogramma van de overheid. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft de geldkraan verder opengedraaid om het fietsgebruik (nu 27 procent) te stimuleren. 35 Miljoen (van de 70) is deze kabinetsperiode extra uitgetrokken voor uitbreiding van fietsenstallingen, vooral gericht op het woon-werkverkeer. Steeds meer gemeenten realiseren nu dergelijke stallingen. Omdat de ruimte op maaiveldniveau vaak niet toereikend is, gaan ze ondergronds. Wat toezicht, met het oog op sociale veiligheid, noodzakelijk maakt. Of de lucht in, zoals de bewaakte fietsflat achter Amsterdam Centraal.

Geen pasjes

Het inzicht en de ambitie om het de fietser naar de zin te maken, groeien volgens het Fietsberaad, het kenniscentrum voor fietsbeleid. Otto van Boggelen weet als coördinator Fietsberaad dat het aandeel van de fiets in het openbaar vervoer kan verdubbelen als onder meer de parkeervoorzieningen verder verbeteren. “Het is de kunst alle belemmeringen weg te nemen. Dus geen pasjes, fietskluizen, tarieven, camera’s. Zelfs een tarief van 50 cent blijkt al een belemmering voor sommige fietsers te zijn. Liever loopt men iets verder, als het gratis is.”

Het voor- en natransport bepalen volgens het Fietsberaad de mogelijke weerstand tegen het openbaar vervoer. Van Boggelen: “Als de frequentie van treinen, bussen en metrolijnen steeds hoger wordt, wordt ook het voor- en natransport relatief belangrijker. De fiets dus. Momenteel komt ongeveer 40 procent van de reizigers met de fiets naar het station. Tussen 2000 en 2006 is het fietsgebruik en het aantal fietsen bij stations met 50 procent explosief gestegen. Ook het aandeel van de OV-fiets en de vouwfiets draagt natuurlijk bij aan het aandeel van de fiets in het voor- en natransport.”

Beheerder Jirayer Korin helpt aan de lopende band klanten die hun fiets wegbrengen of ophalen. De woensdagmiddag trekt extra mensen naar het Stadshart, de Zoetermeerse koopgoot. Korin, die elf jaar geleden uit Irak vluchtte, werkt sinds twee jaar in de stalling. Tegen het minimumloon. Als weduwnaar kan hij ervan leven. Hij is blij dat hij nu een eigen woning heeft én een baan. En dat hij hier als Armeniër voor zijn godsdienst mag uitkomen. “Ik heb alleen maar oorlog gekend. Ik kijk niet meer achterom, alleen vooruit. De klanten zijn aardig. Ze begroeten me en bedanken als hun fiets weer is gerepareerd. Het is goed werk.”

Naast het hokje van de beheerders en de toiletten, repareert de fietsenmaker een OV-fiets. Binnenkort krijgt hij er een stagiair van het ID-college bij. In deze stalling worden alle OV-fietsen van de andere stallingen gerepareerd. Bovendien kunnen klanten noodreparaties laten verrichten.

Een enkeling verlaat de stalling via het perron van RandstadRail. Een meisje verbaast zich erover dat ze in de lightrailverbinding die naar Den Haag CS neemt, nog steeds niet met de OV Chipkaart kan betalen. De chipkaart is als proef voor een selecte groep klanten te gebruiken, valt op het incheck- en uitcheckapparaat te lezen. Dan maar gratis. “Fiets gratis, trein gratis”, lacht ze.

Reactie achterlaten