Op woensdag 2 oktober 2002 werd het treinverkeer in de Haagse regio getroffen door een
omvangrijke stroomstoring. Daardoor was er lange tijd totaal geen treinverkeer mogelijk.
Om 09:01 raakte bij de verkeersleiding te Den Haag Centraal een belangrijke 10.000 volt kabel
in een onderstation (transformatorhuis) kapot. Aangezien dit soort voorzieningen bij de
spoorwegen niet dubbel zijn uitgevoerd, was in de hele regio geen controle meer over de stand
van de wissels en de seinen. Hierdoor springen seinen vanzelf in de veiligste stand, namelijk
rood. Het effect hiervan op de treinenloop laat zich raden. Ook was het niet meer mogelijk om
op de stations om te roepen, omdat dit vanuit de verkeersleiding gebeurd.
Delen van de computersystemen in de verkeersleiding startte ondanks de ingeschakelde
noodstroomvoorziening niet op. Pas tegen 11:00 was het weer zeer beperkt mogelijk wissels en
seinen te bedienen. Treinen die op de vrije baan gestrand waren, werden naar het
dichtsbijzijnde station gereden.
De chaos was echter inmiddels zo groot (12:45), dat al snel het treinverkeer weer gestopt moest
worden omdat Den Haag Centraal vol zat, en NS-personeel niet op de juiste plek aanwezig was. Pas
om 13:30 gingen er mondjesmaat weer stoptreinen rijden.
De spoorwegen zetten tussen Den Haag enerzijds en Rotterdam, Gouda en Leiden anderzijds in
totaal 66 bussen in. Dit was bij lange na niet genoeg. Reizigers met haast konden op kosten van
de NS een taxi krijgen.