Vier keer per uur stopt de trein van Den Haag naar Utrecht op station Zoetermeer Oost. De stoptrein. Sneltreinen razen het stationnetje in volle vaart voorbij. Wie hier op de trein staat te wachten, zal waarschijnlijk niet beseffen dat dit nu wat kale station een geschiedenis van 140 jaar herbergt.
De eerste plannen voor een spoorlijn tussen Gouda en Den Haag dateren uit 1859. Het zou echter nog elf jaar duren voordat de spoorlijn van de Nederlandsche Rijn Spoorwegmaatschappij daadwerkelijk in gebruik werd genomen.
De eerste treinen stopten in 1870 ook op station Soetermeer-Zegwaard. De dorpen waren in die tijd nog aparte gemeenten, maar kregen één station. Dat lag ten tijde van de bouw op de grond van de gemeente Zegwaard. Het station bestond uit een lang laag gebouw met een toegang bestaande uit drie boogdeuren. In het sierlijke gebouw konden reizigers de wachtkamers vinden van de eerste, tweede en derde klasse. Verder konden ze hier kaartjes kopen en was er een damessalon. Ook de woning van de stationschef bevond zich onder hetzelfde dak.
Een grote brand op 4 februari 1905 betekende het einde van het eerste Zoetermeerse station. Het gehele gebouw werd in de as gelegd. Nieuwbouw was daarom noodzakelijk. Voor ruim zestigduizend gulden werd in 1907 een nieuw station uit de grond gestampt. Bij zowel de Rokkeveenseweg als de Stationsstraat werd een seinhuis gebouwd en tussen de sporen in kwamen de dienstruimten, wachtkamers en de bergplaats voor goederen.
Rond deze tijd werden veel goederen van en naar Zoetermeer met de trein vervoerd. Een van de grote klanten was het vlak bij het station gevestigde Nutricia. Veel zuivelproducten vonden via het spoor de weg naar de consument, maar ook groenten verlieten op deze manier Zoetermeer.
In de jaren dertig werd op de spoorlijn tussen Gouda en Den Haag geleidelijk overgestapt op dieseltreinen. Later, in 1938, reden de eerste elektrische treinen op deze lijn. Veel reizigers zullen de treinstellen niet hebben meegenomen, want op 15 mei 1938 vertrokken de voorlopig laatste reizigers vanaf Soetermeer-Zegwaard. Het personenvervoer werd overgenomen door bussen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam het reizigersvervoer weer op gang. De naam van het station werd in 1941 veranderd in station Zoetermeer. Beide gemeenten waren immers in 1935 al samengevoegd. Aan de opleving van het station kwam na de spoorwegstaking op 17 september 1944 een einde. Het station werd door de Duitsers in bezit genomen om er krijgsgevangenen te huisvesten. De wagons op de losplaats werd en geregeld beschoten.
Na de oorlog deed het stationsgebouw dienst als koekjesfabriek De Duif. Hier werden Willemientjes gebakken, dunne koekjes met een botersmaak. Op vrijdagmiddag kochten Zoetermeerders hier een blik met brokstukken van de koek voor slechts een gulden.
Begin jaren vijftig stopten de treinen weer in Zoetermeer. Dat duurde slechts één jaar, van mei 1951 tot mei 1952. Bij gebrek aan passagiers liet de trein Zoetermeer weer links liggen. Tot de jaren zestig. Zoetermeer was inmiddels een groeikern van Den Haag geworden en daarom stopten er vanaf 1965 weer dagelijks treinen. Het oude stationsgebouw was al in 1952 gesloopt, vandaar dat een nieuw stationsgebouw werd neergezet op het eilandperron.
In 1973 kreeg het station wederom een nieuwe naam. Het station nabij de Mandelabrug werd voltooid en kreeg de naam ‘station Zoetermeer’. Het voormalige Soetermeer-Zegwaard dat destijds die naam droeg, werd daarom tot ‘Zoetermeer Oost’ omgedoopt.
Maar ook in die hoedanigheid ontkwam het station niet aan de slopershamer. Het gebouwtje op het midden van het perron, in 1966 gebouwd, verloor in 2003, na het afschaffen van het loket voor de kaartjesverkoop, zijn functie. Begin dit jaar werd het daarom gesloopt. Wat rest, is een leeg perron met daarop een abri en een kaartjesautomaat.
Huis stationschef bleef behouden
Het huidige station Zoetermeer Oost lijkt verstoken van verwijzingen naar het verleden. Schijn bedriegt, want wie op het perron op de trein wacht -met of zonder vertraging- heeft vast wek eens het witte huisje tussen de spoorlijn en de A12 gezien. Dit is het laatste overblijfsel van de stationsgebouwen na de brand van 1905. In het huisje, tegenwoordig verscholen achter enkele hoge bomen, woonde de stationschef. Hij hield kantoor in wat nu de slaapkamer van de woning is. De uitbouw deed dienst als ruimte voor de kaartjesverkoop.
Tegenwoordig bestaat het station uit slechts twee sporen. Dat is wel eens anders geweest. Ooit lagen hier zeven tot acht sporen, vooral voor goederenvervoer bedoeld. Maar ook het goederenemplacement is in de loop der jaren verdwenen.
Het witte huisje mag dan het enige zichtbare overblijfsel zijn van het oude station, elders in Zoetermeer bevinden zich nog wel onderdelen van station Soetermeer-Zegwaard. Spanten van de overkapping liggen namelijk opgeslagen op het terrein van de voormalige rioolzuivering aan de Rokkeveenseweg. Sinds de sloop van het station in 1952 hebben de ijzeren spanten een zwerftocht gemaakt door Zoetermeer. Zo zijn ze gebruikt in een hardglasfabriek aan de Bijdorplaan. Deze hal werd gesloopt in 1996. Het college van burgemeester en wethouders besloot daarop dat de spanten bewaard moesten blijven als bouwkundig erfgoed. Sindsdien zijn de honderd jaar oude spanten opgeslagen aan de Rokkeveenseweg. Daar blijven ze staan in afwachting van een mogelijk hergebruik.