“Zoetermeerders betalen voor deze voorzieningen nu minder eigen bijdrage dan wat de gemeente wettelijk mag vragen. Het college wil, net als andere gemeenten, maximaal gebruikmaken van de wettelijke, inkomens afhankelijke regeling. Voor mensen met de laagste inkomens zal er dus amper wat veranderen. Maar hoe hoger het inkomen, hoe hoger de eigen bijdrage wordt,” legt wethouder Klaasjan de Jong (CDA, zorg en ouderen) uit.
Gebruikers van de Regiotaxi gaan een openbaar vervoertarief betalen, namelijk 0,60 euro opstaptarief en 0,60 euro per zone. Nu is het gratis voor mensen met een indicatie (tot een maximum van zeshonderd zones). Een andere maatregel is dat Regiotaxipashouders die gebruik maken van de Ouderenbus een ritprijs van 0,75 euro betalen. Nu is dat gratis. Ook is het niet langer de bedoeling de Regiotaxipas standaard toe te kennen aan inwoners die ouder zijn dan 80 jaar. De toekenning is afhankelijk van de vervoersbehoefte van deze oudere.
Net als in andere gemeenten wil het college een aantal woon- en vervoersvoorzieningen niet langer vergoeden. Wethouder De Jong: “Denk aan een douchestoel, een tweede trapleuning, verhoging van een toiletpot, een fiets met trapondersteuning of automatische versnellingsbak. We moeten nagaan of mensen de financiële draagkracht hebben om dit zelf te betalen. Dus beoordelen we elke aanvraag zorgvuldig. Voor wie het niet kan betalen, moet de gemeente altijd een vangnet zijn.”
Beperkingen
Ouderen zullen vanaf volgend jaar ook scherper moeten kijken naar wat ze nog zelf kunnen doen, in plaats van alleen naar de beperkingen te kijken, zo staat in de nieuwe Wmo-beleidsnota. Uitgangspunt van die noa is dat mensen zo lang mogelijk zelfredzaam wonen en meedoen in de samenleving.
De Jong: “Solidariteit, burenhulp, vrijwilligerswerk, (mantel)zorg en maatschappelijk verantwoord ondernemen zijn belangrijk. Wij gaan uit van de eigen kracht en mogelijkheden van de Zoetermeerse inwoners en zorgen ervoor dat de inwoner naar vermogen zelfredzaam is of wordt, zodat de inwoner de eigen verantwoordelijkheid kan nemen, ook in financieel opzicht.”
De verhoging van de Wmo-bijdrage zal volgend jaar stapsgewijs gaan. ‘Ondersteuning’ zal daarbij het toverwoord zijn. De Jong: “Onze Wmo-consulenten gaan bij elke nieuwe aanvraag op huisbezoek. In een vraagverhelderingsgesprek kijken zij niet alleen naar de beperkingen van de cliënt, maar ook naar wat dienst mogelijkheden zijn. We doen een beroep op de eigen kracht en het netwerk van de cliënt. De oplossing blijft altijd maatwerk.”