door Karel Bagijn
Het politie-offensief tegen de agressie op de Zoetermeerlijn, een van de gevaarlijkste
spoorlijnen van het land, begint pas op 1 januari. Te laat voor de twee kinderen van een
51-jarige inwoonster van Zoetermeer, die op 18 oktober ernstig werden mishandeld.
Haar twee kinderen houden er vrijwel zeker blijvend letsel aan over. Haar zoon van 20 jaar aan
een van zijn ogen, haar twee jaar jongere dochter aan het gehoor. “Vier dagen nadat mijn
kinderen zo ernstig waren mishandeld met dit verschrikkelijke gevolg, werd in Venlo René
Steegmans doodgeslagen. Ik besefte toen als moeder dat ik eigenlijk nog een groot geluk heb
gehad, want mijn kinderen leven nog. Maar de rillingen lopen over je rug als je dat weer hoort.
Dit soort geweld gaat je begrip totaal te boven”, zegt de 51-jarige vrouw uit een nieuwbouwwijk
in Zoetermeer.
Ze wil absoluut anoniem blijven. Want de politie heeft maar vier jongeren aangehouden uit een
groep van 12 Antilliaanse jongens en meisjes die haar kinderen aanviel. Acht lopen er dus nog
vrij rond. De angst is daardoor gebleven. De vrouw: “Mijn kinderen zijn hun veiligheidsgevoel
helemaal kwijt. Aanvankelijk durfden ze niet eens meer alleen te slapen, terwijl ze op kamers in
Den Haag wonen.”
De zoon studeert werktuigbouwkunde in Delft, de dochter volgt een studie management aan de
Haagse Hogeschool. Op de bewuste avond waren ze voor een etentje bij hun ouders. Na afloop
keerden ze met het Zoetermeerlijntje terug naar Den Haag.
De moeder: “Op het perron zagen ze aan het eind van de trein een luidruchtige groep instappen.
Mijn kinderen zijn toen voorin gaan zitten. Maar de groep trok door de hele trein, andere
mensen lastigvallend. Daarna daagden zij mijn kinderen uit. Een jongen riep: jullie hebben wat
tegen ons, hè. Een meisje sloeg mijn dochter een bloedneus. Mijn zoon sprong er tussen en riep:
is dit nou nodig, wat heeft dit voor zin. Daarop sprong de hele club op mijn zoon. Hij werd
geschopt en geslagen. Tegen zijn hoofd, terwijl hij al in het gangpad op de grond lag. Ze
hebben zelfs geprobeerd hem uit de trein te trekken bij het volgende station, waar die groep
uitstapte. Mijn gewonde dochter kon hem nog naar binnen trekken.”
Enkele aanvallers werden die avond nog aangehouden. Volgens de gemeente Zoetermeer en de
politie zijn er met Antilliaanse en Marokkaanse bewoners geen problemen. Bij deze groep
Antilliaanse jongeren zou het om een klein clubje gaan waarmee geen land is te bezeilen. De
spoorlijn levert al geruime tijd veel problemen op: de eerste zes maanden van het jaar werden
er 100 gevallen van mishandeling, bedreiging en zakkenrollerij geregistreerd.
De moeder van de twee slachtoffers: “De spoorwegpolitie komt mensen tekort. Dus toezicht is er
niet of nauwelijks. Controleurs zijn er ook niet. Het waarschuwingssysteem voldoet helemaal
niet. De machinist kan niets zien van wat er achter hem gebeurt in de wagons. Bij problemen
moet hij de meldkamer van de spoorwegen in Utrecht bellen en precies uitleggen wat er aan de
hand is. Hij mag niet meteen 112 bellen. Voor passagiers in nood is er ook geen knop waarmee zij
alarm kunnen slaan. Daardoor gaat er veel tijd verloren als er iets aan de hand is. Oudere
mensen durven hier na de avondspits helemaal niet meer met de trein mee. Dat is toch absurd.”
De vrouw en haar echtgenoot zijn van plan schadevergoeding te eisen van de daders: “Maar
daarover hebben we ons nog niet zo druk gemaakt. Prioriteit was natuurlijk de de behandeling in
het ziekenhuis van onze kinderen. Bij mijn zoon is de oogkas gebroken, de spieren liggen los in
de oogbedding. Van studeren is door het slechte zicht ook geen sprake, zodat hij een studiejaar
moet missen. En dat geldt ook voor mijn dochter, die de draad van de dagelijkse gang van zaken
nu wel weer probeert op te pakken. Ze hoort alleen nog niets met één oor. Door de klappen is
het gehoor aangetast.”
De Zoetermeerse noemt de impact van het drama op het leven van haar en haar kinderen ‘enorm’.
“We hebben niet alleen last van medische, maar ook van psychische problemen. Waarbij we ook
voortdurend beseffen dat we boffen dat het niet, zoals in Venlo, veel slechter is afgelopen.
Dat mijn kinderen nog leven hebben er alleen aan te danken dat ze niet op heel kwetsbare
plekken op hun hoofd zijn geraakt.”