Een tekort aan Sprinters heeft maandag 16 oktober gezorgd voor uitval van treinen. Sprinters
staan in grote getalen kapot in de werkplaats, of wachten op onderdelen.
In de afgelopen weken reden de Sprinters op de Stadslijn vaak in de korte uitvoering: in hun
eentje in plaats van gekoppeld. Maandag 16 oktober was het wederom goed mis met de Stadslijn:
Behalve de geplande werkzaamheden tussen 9 en 15 uur, waren er in de ochtendspits ook nog een
te weinig Sprinters om de dienstregeling normaal te rijden. Dit zou dus betekenen dat er minder
dan 8 Sprinters beschikbaar zijn, tegen 16 die normaal gesproken nodig zijn om de dienst
volledig met gekoppelde stellen te rijden. Op
NOS-Teletekst
(pagina 751) werd gewaarschuwd voor vertragingen van 15 minuten. De intervallen liepen in
de praktijk echter op tot een half uur.
Oorzaak is nog steeds een enorm gebrek aan Sprinters. Vorige week stonden er zes
Sprinter-tweetjes in de werkplaats bij Leidschendam. Vier daarvan stonden slechts te wachten
op onderdelen. Bij de Sprinter-drietjes, die trouwens geen dienstdoen op de Stadslijn, was het
zelfs nog erger: Elf van de twaalf (!) stonden hun tijd te verdoen met het wachten op een
onderdeel.
Het inzetten van andere treinsoorten is op de Stadslijn helaas geen optie. Slechts weinig
materieeltypen zijn toegelaten op de Stadslijn. Op de
Hofpleinlijn, welke
Sprinters put uit dezelfde ‘pool’, mocht het vandaag wel doen met minstens een andere
treintype (“plan V” voor de kenners).
Het ziet er niet naar uit dat er binnenkort een einde komt aan de problemen met de Sprinters.
De herfst is traditiegetrouw het slechtste seizoen voor de Stadslijn, als de blaadjes weer
gaan vallen. Samen met een regenbuitje geeft dit op de spoorstaven een spekglad mengsel, waarop
de stalen wielen van de Sprinters geen enkel grip hebben. Een en ander is te vergelijken met
aquaplanning bij auto’s. Het hierdoor ontstane glijden veroorzaakt platte kantjes op de wielen.
Deze platte kantjes zijn funest voor het rijcomfort, maar vooral voor de rails. Treinen met
‘vierkante wielen’ moeten in principe zo snel mogelijk uit dienst, om de banden (ja, echt!)
opnieuw rond te laten slijpen.
De veelvoorkomende hellingen in de Stadslijn zijn in de herfst voor de Sprinter slechts met
moeite begaanbaar. Vooral de steile helling bij Voorweg is berucht. Hier moet een Sprinter
vanuit stilstand meteen flink klimmen, en snelheid maken tot ca. 120 km/u.
Een dag later, dinsdag, was het materieeltekort grotendeels verdwenen. De dienst werd -zover
mij bekend- goed en volledig uitgevoerd.