Vervoersprestatie
Het aantal reizigers dat gebruik maakt van de twee Haagse lijnen van RandstadRail is spectaculair gestegen van 51.000 (in de NS-periode) tot 92.500 in oktober 2009 en 94.000 in 2013. De aantallen liggen achter ten opzichte van de prognoses, 108.550. Dit valt onder andere te verklaren door de latere start van de exploitatie en vertraging in de woningbouwontwikkeling op de verschillende VINEX-locaties. Ook werd in Den Haag de verwachte autonome groei van 1% nog niet gehaald. Recente vervoerscijfers moeten uit het chipkaartsysteem komen. Het grootste deel van de vervoersgroei is gerealiseerd in het buitengebied door de frequentieverhoging en nieuwe stopplaatsen in nieuwe woonwijken. Door de vertraagde implementatie van de chipkaart zijn er weinig recente vervoerscijfers beschikbaar. In mei 2013 zijn er beperkte handtellingen verricht op een aantal maatgevende punten, die ook kunnen worden gebruikt om de chipkaartcijfers op te hogen voor de reizigers die nog niet inchecken. Op lijn E is de groei van het vervoer later op gang gekomen, bij de opening van de Statenwegtunnel en de doorkoppeling naar Slinge.
De reistijd is binnen Den Haag iets gedaald, maar in het buitengebied is deze juist gestegen door het toevoegen van extra haltes. RandstadRail wordt vooral gebruikt voor woon-werkverkeer en door scholieren. Het grootste deel van de reizigers reist binnen Den Haag en Zoetermeer. De gemiddelde reisafstand blijkt korter dan in de prognoses aangenomen. Als gevolg van de verhoogde frequentie is RandstadRail binnen Zoetermeer een aantrekkelijk alternatief geworden voor korte ritten met de auto of fiets. Daarnaast zorgt ook de nieuwe overstapmogelijkheid bij halte Zoetermeer Voorweg voor een beperkte toename van het aantal korte ritten. Het gaat hierbij dan wel om twee reizen van dezelfde persoon.
Kwaliteit
De toegankelijkheid van het voertuig, de sociale veiligheid en de betrouwbaarheid van de dienstregeling worden hoog gewaardeerd (ten opzichte van het landelijke gemiddelde). Ook de frequentie van rijden en zitplaatskans worden hoog gewaardeerd, maar hier is wel een dalende trend waarneembaar. De oorzaak ligt waarschijnlijk in reizigersgroei, hierdoor neemt de zitplaatskans af. De groei van het aantal reizigers leidt tot een daling van de zitplaatskans, die in de groeifase hoger was dan gebruikelijk in dit type vervoer. M.n. in de spitsuren kan niet alle reizigers een zitplaats worden geboden. Reizigers hoeven niet langer te staan dan 15 minuten. De informatievoorziening op de haltes is sinds de start van RandstadRail sterk verbeterd, maar in 2010 werd de reisinformatie nog in iets minder dan 20% van de gevallen incorrect weergegeven. Door aanpassing van hardware en organisatie is dit verbeterd. De reisinformatie in de voertuigen is volgens de reizigers voor verbetering vatbaar en minder duidelijk dan de displays in een normale tram. Dit komt doordat ten tijde van de aanschaf van de RandstadRail-voertuigen de (als duidelijker ervaren) tram-displays nog niet beschikbaar waren. Vanwege aanbestedingsregels en beheerredenen is bij de aanschaf van extra RandstadRail-voertuigen uit de optie wederom gekozen voor het matrix systeem.
Exploitatie
HTM en RET hebben op operationeel gebied onderlinge afspraken gemaakt over het gezamenlijk exploiteren van het samenlooptraject Leidschenveen-Laan van Nieuw-Oost Indië (NOI) en voor de infrastructuur in Haaglanden waar HTM de infrabeheerder en RET de exploitant is. Deze afspraken zijn recent herzien en vastgelegd in een overeenkomst. De afspraken waren gemaakt voor de start van de exploitatie. In de praktijk bleek dat herziening op een aantal punten nodig was, om de dienstverlening aan de reizigers van lijn E, m.n. bij verstoringen, te optimaliseren.
Overige aspecten
Langs RandstadRail zijn diverse VINEX-locaties ontwikkeld en RandstadRail is van groot belang voor de ontwikkeling in het Beatrixkwartier en de omgeving van het Centraal Station. RandstadRail heeft wel een toename van geluidsoverlast met zich meegebracht. Dit komt, ondanks de stillere voertuigen, door de verhoogde frequentie. Berekeningen op basis van het nieuwe Reken- en Meetvoorschrift uit 2012 tonen aan dat wordt voldaan aan de normering. Op één locatie, het viaduct in Oosterheem, wordt nader onderzoek gedaan. Haaglanden is in 2013 in overleg met de betrokken gemeenten een monitoringsonderzoek van een jaar gestart met als doel het onderhoud van infrastructuur en voertuigen in relatie tot geluidsproductie te optimaliseren.
Lees de volledige evaluatie, pdf-bestand (1,12 mb)