Sinds december vorig jaar stoppen Sprinters op het station op de grens van Zoetermeer en Lansingerland dat verkeersminister Cora van Nieuwenhuizen in mei officieel opende. Het aantal treinreizigers groeit ondertussen gestaag door. In mei schommelde het aantal in- en uitstappers rond de 800 dagelijks, in juni was dat 1500 en nu lopen dagelijks 1900 reizigers op de NS-perrons. Daarnaast maken bus- en tramreizigers gebruik van het ov-knooppunt.
De belangrijkste klachten over het nieuwe station zijn het lawaai van het verkeer op de snelweg A12, de harde wind en het ontbreken van een wc, zegt projectleider Dennis Dierikx die nu de laatste losse eindjes van de bouw begeleidt. Voor een wc is de hulp van de NS nodig, maar de geluidshinder en de overlast van de wind pakt de projectleider op. Met het plaatsen van schermen moet de hinder afnemen. Dierikx: “Het treinstation lijkt op een brievenbus waar de wind hard door waait. Met schermen of groen naast de perrons hopen we het aangenamer te maken.”
Het bestuur van reizigersvereniging Rover kwam in augustus poolshoogte nemen in Nederlands nieuwste station. De bestuursleden prezen het gebouw, maar misten een kiosk en een wc. Ze adviseerden ook een geluidswering. De treinperrons van Lansingerland-Zoetermeer liggen op maaiveldniveau, pal naast het voortrazende verkeer van de A12. Het Randstadrailstation is op de brede brug over het spoor en de A12 gebouwd waar een betonnen rand en bomen de reizigers beschermen tegen harde wind.
Wachthuisje
Aan de noord-en zuidzijde van het ov-knooppunt zijn busstations. Aan de zuidzijde plaatst de aannemer op korte termijn een wachthuisje, ook wel abri genoemd, om reizigers beschutting te bieden. Dat wordt een miniversie van de grote abri bovenop het station, bij de Randstadrail.
De andere hartenwens van reizigersvereniging Rover, een wc en een kiosk, zit er voorlopig nog niet in. “Dit station zit nu op 1.900 reizigers per dag en dat is een derde van wat nodig is om een kiosk rendabel te maken”, zegt een woordvoerder van de NS. “Maar de reizigersaantallen groeien nog steeds.”