door Danny Verbaan
De Nederlandse Spoorwegen zijn beducht voor een herhaling van het ongeluk, een maand geleden,
waarbij een trein over het stootblok heenschoot en de hal van het Haagse Centraal Station
binnenreed. Zolang de oorzaak niet bekend is, zijn sinds kort de platforms afgesloten die in
het verlengde liggen van de rails.
Deze overkluizingen bevinden zich tussen het uiteinde van het spoor en de achterkant van de
kiosken. Ze werden nogal eens gebruikt door reizigers die snel van het ene op het andere perron
wilde komen. Op die manier was het niet nodig om, via de stationshal, om te lopen. “We mogen
onze handen dichtknijpen dat er op het moment van het ongeluk niemand liep”, zegt een
woordvoerder van de NS.
Volgens hem ligt hiet niet in de lijn der verwachting dat het opnieuw misgaat met een trein. De
afsluiting met hekken en linten moet dan ook vooral worden gezien als ‘voorzorgsmaatregel’.
“Die strook is eigenlijk nooit bedoeld geweest voor het publiek”, aldus de zegsman. “Hij was
vooral bestemd voor het spoorpersoneel. Maar op een zeker moment zijn die platforms ontdekt
door de reizigers. Dat is nooit een probleem geweest, tot een paar weken geleden dus.”
Bonbonkiosk
Wat er precies gebeurde op zaterdg 13 december is nog altijd onduidelijk. In elk geval reed
toen op spoor 8 een trein (uit Rotterdam) te ver door. Het gevaarte boorde zich in de
bonbonkiosk in de hal, voordat het tot stilstand kwam. Niemand raakte daarbij gewond. Ook de
verkoopster in het winkeltje bleef ongedeerd, hoewel ze wel door omstanders uit haar benarde
positie moest worden bevrijd.
Het CDA in de Haagse gemeenteraad legde al snel de waarschijnlijke oorzaak bij de constructie
van de stootblokken.
De Inspectie Verkeer & Waterstaat, een onderdeel van het gelijknamige ministerie, is nog volop
bezig met het onderzoek. De verwachting is dat pas in maart het rapport is afgerond.
Ook de Raad voor de Transportveiligheid leek zich aanvankelijk over de zaak te gaan buigen.
Anders dan de genoemde inspectie, is dit instituut volledig onafhankelijk.
“We hebben er naar gekeken, maar hebben nog niet besloten of we dit ongeval in onderzoek
nemen”, zegt een woordvoerder van de Raad. “Want de vraag die wij ons altijd stellen is of we
er iets van kunnen leren voor de toekomst. Dat is het uitgangspunt. Onderzoeken die wij doen,
moeten bijdragen aan het verbeteren van de veiligheid.”